Kleurrijke oase voor insecten en vogels
24-09-2020
De kale vlakte die de entreezone voor groepen vorig juli jaar nog was, is inmiddels getransformeerd tot een kleurrijk geheel met tientallen streekeigen wilde planten. Een oase voor insecten zoals vlinders, bijen, hommels, zweefvliegen en sprinkhanen en ook vogels profiteren hiervan
Tijdens een wandeling door de entreezone voor groepen op de Overwaard somt projectleider Debby Gerritsen de bijzondere soorten zo op. “Kijk hier, een icarusblauwtje.” Het prachtig blauwe vlindertje, een mannetje, fladdert op zijn gemakje van bloem naar bloem. Een bruin vrouwtje is in de buurt. Oké, de glans is er half september voor het menselijk oog een klein beetje vanaf, maar onder de warme nazomerzon ligt de groepsentree er momenteel nog steeds prachtig bij. Gerritsen: “En als je langer blijft staan zie je dat er nog volop nectar wordt verzameld. Het gonst en zoemt hier nog volop van de insecten en zo hoort het als je een bijdrage wilt leveren aan de biodiversiteit. Hier vinden ze gemakkelijk te eten. Zo’n mooi nectarveld is rond deze tijd van het jaar niet makkelijk te vinden in de omgeving.”
Biodivers
“Na de opening in 2019 is dit ingezaaid met streekeigen kruidenmengsel van Biodivers,” vertelt Gerritsen, onder meer verantwoordelijk voor de groenprojecten in UNESCO Werelderfgoed Kinderdijk. Ruim een jaar later is ze zeer tevreden met de eerste resultaten. “Er groeien nu zo’n dik dertig soorten die de bodem verbeteren en waar insecten voedsel vandaan halen. De aanwezigheid van die kruiden en insecten trekt ook weer vogels aan.”
Putters
De putter, ook wel distelvink genoemd, is één van de vogelsoorten die de groepsentree weet te vinden. Regelmatig verschijnt er een hele zwerm putters, herkenbaar aan hun kleurrijke koptekening, op zoek naar (vooral) zaden van het paarse knoopkruid. De kruiden hebben nu bijna genoeg zaad kunnen vormen, zodat spoedig wordt gestart met maaien. Vrijwilligers helpen hierbij een handje. Gerritsen: “En dan is het weer uitkijken naar het voorjaar. Hoe zal het nectarlint zich verder ontwikkelen als ‘voedertafel’ aan de Overwaard?”